De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Renaissance

betekenis & definitie

(Fr. voor: wedergeboorte; in Ital.: Rinascimentó), door Michelet* het eerst gebruikte, door Burckhardt* tot volle betekenis ontwikkelde, benaming voor cultuur- en geesteshistorische beweging en overgang van middeleeuwen naar Nieuwe Tijd, die in Ital. in principe al in 13e-14e, vnl. echter sedert helft 15e eeuw een aan vang nam en van daar uit op de andere W.- en Midd.-Europ. landen oversloeg (Huizinga: „...een der triomfen van de Romaanse geest”); in enger betekenis ook: de herleving van de kennis der klassieken als normatief voorbeeld, welke van de ruimere betekenis in feite het middelpunt vormt (Humanisme). Het een noch het ander betekende alleen maar een terugkeer tot heidense cultuur, maar het herstel van een verloren vrijheid en de vrijmaking van nieuwe energieën op ieder domein van menselijke activiteit.

Aldus terugblikkend, keek de R. dus in werkelijkheid vooruit.R.-geleerden en kunstenaars verwierpen bewust de middeleeuwen, hun bouwwerken, schilderkunst, kennis; kunsten en wetensch. drukten de nieuwe geest in haar eigen sferen uit. Maar de R. groeide langzaam van een revolte van geleerden en artisten uit tot een totale herziening van de ideeën van de beschaafde mens en de maatschappij. De R. herontdekte Plato, maar ontdekte ook de Nieuwe Wereld. Ze is de eerste uitdrukking sinds de klass. tijden van de moderne geest van vrij onderzoek. Haar grootste impuls kwam van de inneming van Constantinopel door de Turken en de verstrooiing van Griekse manuscripten. De R. en de Reformatie, ofschoon gelijktijdig, moeten goed worden onderscheiden en hadden noch aanvank. noch later veel gemeen. De R. is neutraal in de zuiver relig. sfeer. De Pausen waren onder de schitterendste en vrijgevigste beschermers van R.-kunst: St. Pieter te Rome is vrucht der R. en niet Gothisch: het Vaticaan bevat ontelbare R.-kunstschatten. Hoewel later op haar beurt bolwerk van formalisme op velerlei gebied en in vele periodes wordend, verloor de R. nooit haar vroegste impuls naar geestel. emancipatie. Deze revolte was echter lang voor de z.g. R.-periode begonnen. Orthodoxe middeleeuwse theorieën hadden openl. vijanden al in haar tijd gevonden. Overigens was nog in ander opzicht de R. gelukkig: er was een politieke gedesinteresseerdheid en desintegratie begonnen. De zin voor op het menselijke gerichte levenskunst beheerste alles. De lagere standen en, bovenal, de vrouwen namen voor het eerst krachtig en gelijkwaardig aan de nieuwe geestel. 'waarden deel. Historisch, en in de volle zin, dateert de R. van ca 1450 (komst der Byzant. geleerden en brengers der Gr. manuscr. en kennis met de val van Constantinopel 1453) en eindigt ze ca 1600, hoewel enerzijds toen reeds haar evolutie- en ontbindingsvorm, het Barok (sed. de Contra-Reformatie, Concilie v. Trente 1545-’63), in volle gang was, anderzijds de consequenties der R. zich toch ook weer veel langer deden gevoelen. De z.g. Kunst der R., de door de geest der antieken tot nieuw leven gewekte, hun vormen echter nieuw en zelfst. behandelende stijl in beeld, kunsten en letterkunde, die zich alweer van Ital. uit verbreidde, wordt ruwweg verdeeld in vroeg-R. (Quattrocento), de kunst der 15e eeuw, en hoog-R. (Cinquecento), die der eerste helft 16e eeuw.