geschiedt door de kardinalen in een geheim conclaaf, te houden in het Vaticaan. Ofschoon ieder mannel. gelovige katholiek, die over het gebruik van zijn rede beschikt, gekozen kan worden, bleef zij de facto sinds Bonifatius IX (1389) beperkt tot de kardinalen en sinds Clemens VII (1523) tot de Ital. kardinalen.
De voorschriften der P. werden door Pius X in 2 constituties samengevat. Aanvulling in 1946, waardoor de geheimhouding nog meer wordt gewaarborgd. Bij de keuze wordt een meerderheid van 2/3 der stemmen plus één vereist (vóór 1946 slechts 2/3).