(Lat. de kleine, bijnaam van Saulus), de heiden-apostel, geboren te Tarsus in Cilicië uit Joodse ouders, behorende tot de stam Benjamin, van huis uit Farizeër, in het bezit van het Romeinse burgerrecht. Opgeleid tot schriftgeleerde, oefende hij als rabbi het handwerk van tentenmaker uit.
Een verschijning van Christus stuitte hem als. christenvervolger op de weg naar Damascus in zijn loop en bracht hem tot bekering. Aanvankelijk werkzaam in Arabië en Damascus, dan in Syrië en Cilicië wordt P. door Barnabas naar Antiochië gehaald, dat de basis zou worden van zijn zendingsreizen door de wereld rondom de Middellandse Zee, tijdens welke hij tal van gemeenten heeft gesticht. Volgens de overlevering heeft P. ook in Spanje gepredikt. Op het Apostelconvent wist hij met Barnabas te bereiken, dat de Joodse wet niet voor heiden-christenen zou gelden. In Jeruzalem door het drijven der Joden in Romeinse gevangenschap geraakt is hij, zeer waarschijnlijk in het jaar 64, te Rome de marteldood gestorven. Zijn brieven en de Handelingen der Apostelen zijn de bronnen van onze kennis omtrent zijn leer en leven.
R.K. Feestdag 29 Juni. Herdenking van zijn bekering op 25 Januari.