bestaan uit talrijke bolvormige laagjes van een org. stof doortrokken met koolzure kalk, gevonden in de Paarloester*. Binnengedrongen zandkorreltjes worden ingekapseld in talrijke laagjes parelmoer.
Los in het mantelweefsel liggende heten vrije of echte P. Aan de binnenzijde van de schelp ontstaan soms blisterp. Waarde hangt af van dikte en regelmaat van paarlmoer. Blauw- of geelachtig, soms zwart van kleur. Reeds in de Oudheid werden P. gevist door duikers. Sedert 1890 worden P. kunstmatig opgewekt door een bolletje paarlmoer in een stukje mantelhuid gebonden in de levende P.-oester in te planten. Deze miki-moto P. zijn slechts op doorsnee van echte P. te onderscheiden.
