(valscherm), werktuig om van een luchtvaartuig uit betrekkelijk langzaam te dalen. Wanneer een mens uit een vliegtuig springt, bereikt zijn snelheid weldra een maximum van 50 m per sec.; door het opengaan van een valscherm wordt deze echter tot ca. 5 m verminderd, zodat bij windstilte het neerkomen gelijk staat met een sprong van een hoogte van 1½, à 3 m.
Men onderscheidt zit- en rugparachutes. Gedurende W.O. II werden zij op grote schaal uit nylongaren geweven, terwijl er in Scandinavië papieren parachutes van Zweeds fabrikaat gebruikt werden voor „droppings”. Deze P. die aanmerkelijk goedkoper zijn, werden in de loop van 1949 voor export vrijgegeven.