prov. in O.-Ned., begrensd door Friesl., Drente, Duitsl., Gelderl. en het IJselmeer. 3.363,82 km2, 644.500 inw. In het N.W. gedeelte een laaggelegen laagveen- en kleigebied.
In het O. uitgestrekte hoogveengebieden, merendeels afgegraven. De rest, het grootste gedeelte, is zandgrond, op de brede stroken rivierklei na langs de beken en rivieren. Door het midden en O. lopen heuvelrijen in N.-Z. richting. Historisch bestaat O. uit: het land van Vollenhove, Salland en Twente. Landbouw (rogge, haver, aardappelen), veeteelt (1946: 103.261 ha bouwland, 153.812 ha grasland). Twente heeft belangrijke industrie, vooral textiel (Enschede, Almelo, Hengelo).
Metaalindustrie in Hengelo en Enschede. Chemische, sigaren- en koekfabrieken in Deventer, chemische fabrieken en drukkerijen in Zwolle, sigaren- en zuivelfabrieken in Kampen, zoutwinning in Boekelo en Hengelo.Langs de IJsel steenfabrieken. Hoofdstad: Zwolle (48.019 inw.).
