(Ovchidaceae), Inlandse orchideeën hebben één eigenaardig gevormde meeldraad, samengegroeid met de stempel, voorzien van 2 stuifmeelklompjes. Meestal honingspoor.
Onderstandig vruchtbeginsel vormt de steel van de bloem. Overblijvende planten. Moeilijk te kweken; zaaien zich in het wild makkelijk uit. Waarschijnlijk leven de meeste in symbiose met bodemschimmels. Van de tropische soorten leven vele op bomen of andere planten (epiphytisch) ; vaak grillige, bonte bloemen. In kassen worden verschillende soorten gekweekt waarvan de bekendste zijn: Cattleya*, Oncidium*, Odontoglossum*, Cypripedium*, Cymbidium*. Van de inheemse Orchideeën zijn de meest bekende geslachten: Standelkruid [Orchis), Keverorchis* (Listera), Wespenorchis* (Epipactis) enz.