(1728-1774), Engels prozaschrijver die met zijn beminnelijke, humoristische stijl de klassieke literatuur nieuw leven inblies: in roman, vers, blijspel en essay bewees hij een voor zijn tijd ongewone zin voor het gezonde en natuurlijke. Bewonderenswaardig vnl. zijn befaamde roman The Vicar of Wakefield (1766), waarin idyllische en realistische motieven in echt Godsvertrouwen samenklinken.
G.’s comedies breken met de Franse larmoyante comedie en betekenen een terugkeer tot de Elizabethaanse traditie van vrolijk blijspel.