(Lat. mensis, maand), maandstonden, periodieke bloeding uit de geslachtsorganen van de vrouw. Éénmaal in de 3-5 weken komt een eitje uit het ovarium vrij. Indien geen bevruchting plaatsvindt, wordt ca 12 dagen daarna het slijmvlies van de baarmoeder afgestoten.
Dit gaat met bloeding gepaard, die normaal ca 4 dagen, duurt. De eerste M. (menarche) treedt op tussen 13e—18e jaar, in warme landen eerder. De M. houdt niet plotseling op; wordt eerst onregelmatiger (climacterium) om na enige tijd voorgoed weg te blijven (menopauze). M. gaat veelal gepaard met buikpijn, hoofdpijn en prikkelbaarheid.