(Gr. meniskos, maantje)
(1), gebogen vorm van het oppervlak van vloeistoffen in een nauwe buis. Holle meniscus (bij water) en een bolle (bij kwik). De vorm van de meniscus ontstaat door de oppervlaktespanning der vloeistof en de adhaesiekrachten tussen vloeistof en wand;
(2) z kniegewricht.