In principe is iedere vorm van mededinging op economisch gebied toegelaten. Wordt de mededinging echter gevoerd met nietgeoorloofde middelen (d.w.z. in strijd met de goede trouw of de goede zeden), dan spreekt men van oneerlijke concurrentie.
Hiertegen kan de benadeelde zich verzetten door van de burgerlijke rechter te vragen de onrechtmatigheidsverklaring, verbod, dwangsom en lijfsdwang, schadevergoeding, publicatie van het vonnis. Sw. 328bis geeft bovendien nog een strafrechtelijke sanctie nl. hij, die zich schuldig maakt aan oneerlijke mededinging wordt gestraft met gevangenisstraf van maximaal 1 jaar of geldboete tot ƒ 900,—.
