(1867), Frans generaal; in W.O. I chef van de staf, eerst bij Foch, daarna bij het gezamenl. geall. opperbevel, sinds 1918.
Leidde in Pools-Russ. oorlog 1920-1921 succesvol de verdediging van Warschau. Na de Duitse aanval werd W. 19 Mei 1940, als opvolger van Gamelin, opperbevelhebber van het geall. leger. Bouwde na de val van Duinkerken inderhaast een versterkingslinie aan de Somme, de z.g. „Weygandlinie”, die echter doorbroken werd. Adviseerde daarna tot overgave aan Duitsl.Werd min. van Verdediging in het door Pétain gevormde kabinet, vervolgens 1940— ’41 Hoge Commissaris in N.-Afrika. Was 1942-1945 krijgsgevangene der Duitsers, werd bij zijn terugkomst gearresteerd, maar 1946 vrijgelaten.