De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Londen

betekenis & definitie

hoofdstad van Groot-Brittannië en van het Britse Rijk, aan de Theems. Opp. 303 km2, 3.328.000 inw., met de voorsteden (Greater London) 1786 km2, 8.244.000 inw.

Op een na grootste stad der aarde, centrum van wereldhandel, belangrijke geldmarkt, grootste haven der aarde. Zeer gevarieerde industrie. Druk handels -en geldverkeer met beurzen voor goederen, effecten, zeevrachten enz. Zetel van de Bank of England. De stad bezit vele fraaie parken en pleinen. De kern vormt de City, het zakenkwartier.

De ten O. daarvan gelegen arbeiderswijk East End staat in tegenstelling tot het voorname West-End, waar de ministeries en parlementsgebouwen zijn(Whitehall, Westminster). Van de ong. 20 bruggen die de N. en de Z. stadsgedeelten verbinden, zijn de London Bridge en de Towerbridge de bekendste. Vele belangrijke oude gebouwen, waaronder uit de Noormannentijd, uit het Gothische tijdvak (Southwark Cathedral, Tower, Westminster Abbey), uit de Renaissance (de St. Paul’s Cathedral, Kensington Palace en Greenwich Hospital). Universiteit en andere instellingen voor hoger onderwijs. Beroemde verzamelingen en instellingen op het gebied van wetenschap en kunst (Brits Museum, Nat. Gallery, National Portrait Gallery, Sterrenwacht van Greenwich, Imperial Institute te Kensington, Botanische tuin te Kew).De stad vormt een afz. graafschap, bestuurd door de County Council. De 24 Metropolitan boroughs staan elk onder een Mayor en een Borough council. De city wordt bestuurd door Common Councillers met de Lord-Mayor aan het hoofd.