een godsdienstig-maatschappelijke beweging met ketterse inslag, aandringend op volstrekte armoede. Ontstaan in Vlaanderen in het begin der 14e eeuw, vindt de beweging haar grootste verbreiding in Engeland, waar zij de ideeën van Wyclif (gest. 1384) krachtig propageert.
Hevig vervolgd. Tot in het begin der 16e eeuw, komen zij nog voor als boetepredikers.