(1452-1519), Ital. universeel genie, als schilder leerling van Verrocchio en Pollaiuolo, aan het hof van Ludovico il Moro te Milaan gerijpt tot meester der hoog-Renaiss. (Laatste Avondmaal aldaar), daarna naar Venetië, Mantua, Florence (tot 1506) en Rome; naar Milaan teruggekeerd, begeleidde hij koning Frans I naar Fr. en werkte en stierf aldaar. Behalve als schilder, was hij als beeldhouwer en architect, als filosoof, dichter, natuurvorser en ingenieur (kanaal- en waterwerkbouwer, eerste vliegtuigontwerp) al even groots creatief, zeker de meest omvattende geest van zijn naar universeel menszijn strevende tijd, waarvan zijn talloze ontwerpen en fragmenten getuigen.
Als schilder is zijn tweede meesterwerk de Mona Lisa (La Gioconda, ca 1503, Louvre); zijn als „sfumato” (verdoezeling) beroemde vaagheid van verfoplegging is door zijn leerlingen nagebootst doch niet bereikt. Als tekenaar van ongehoorde trefzekerheid en als schrijver van een tractaat over schilderkunst bleef zijn invloed het indringendst en duurzaamst.