de techniek, waarin worden behandeld de middelen, toestellen en werktuigen tot het voortbrengen van lage temperaturen en de inrichting van toestellen, ruimten enz., waarin die koude wordt benut. Tot de lage temperaturen rekent men die van 20 gr.
C. tot 50 gr. C., zoals die in de gewone koeltechniek worden verlangd; bij temperaturen van —50 tot -200 gr. C., zoals nodig bij de fabricage van vloeibare gassen e.d., kan men spreken van zeer lage, ofschoon men daarbij ook gaat tot -250 gr. C. (de temperatuur van vloeibare waterstof), om dan nog lagere temperaturen tot het absolute nulpunt (-273 gr. C.) als de allerlaagste te kwalificeren.
