roofachtige vogels, die zich voeden met insecten, muizen, kleine vogels, kikkers, die ze dikwijls op de punten van prikkeldraad of op dorens vaststeken. Krachtige vrij lange, haakvormig gebogen bovensnavel, sterke poten.
In Ned.: Klapekster* (Lanius excubitor) of blauwe K.; Roodkoppige K. (L. senator), Grauwe K. (L. collurio), negendoder, bruine doorndraaier of schatekster genoemd. Daar ze veel insecten verdelgen, worden K. als nuttige vogels beschouwd.