die vorsten in het oude Duitse Rijk, die het recht bezaten om de R. koning te kiezen. Tot 1648 zeven: de aartsbisschoppen van Mainz, Trier en Keulen, de paltsgraaf „aan de Rijn”, de hertog van Saksen, de koning van Bohemen, de markgraaf van Brandenburg. 1648 werd voor de Palts een achtste keurstem ingesteld; BrunswijkLüneburg verkreeg 1692 de negende.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk