het geheel van wetten en normen, volgens welke de Kerk zich als instituut organiseert. Het Protestantisme onderscheidt hierbij tussen de Kerk als gemeenschap der gelovigen (met welks wezen het begrip K. volgens R.
Sohm in strijd is) èn de kerk als zichtbare organisatie, waarvoor een bepaalde rechtsorde geldt. De nadruk valt daarbij dus op het menselijk, voorwaardelijk karakter van het K., dat niet aan onveranderlijke vormen gebonden is.