(Lat. calix), (1) drinkschaal op voet. In R.K. eredienst voornaamste vaatwerk bij de mis.
De kom (cuppa) van goud of zilver, aan binnenkant verguld, rust op de nodus of greep. In Prot. kerken wordt een K. gebruikt bij de Avondmaalsbediening;(2) (plantkunde) wanneer het bloemdek van een bloem uit twee kransen is samengesteld die zowel in vorm als in kleur verschillen, noemt men de buitenste krans kelk.