De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Kate

betekenis & definitie

Herman F. C. ten (1822-1891), Ned. schilder, leerling van Meissonnier*, hofschilder en adviseur van Willem III.

Schilderde historie- en genrestukken van fraai coloriet.J. Mari H. ten (1831-1908), broeder van H. F.; zijn zoon was J.Mari (1859-1896), beiden genreschilders.

Herman F. C. ten (1858-1931), Nederlands anthropoloog en ethnograaf. Ondernam verschillende expedities. Schreef veel over Japanners en Indianen.

Jan J. L. ten (1819-1888), een der meest gelezen Ned. predikant-dichters der 19e eeuw, vruchtbaar schrijver en vertaler; werkte eerst aan tijdschrift,,Braga” en stak de draak met de romantiek en met „De Gids”, schreef later, in Bilderdijk’s stijl (maar minder groot), werken als De Schepping, De Nieuwe Kerk, vertaalde Tasso, Goethe, Dante’s „Div. Comm.” en Milton’s „Paradise Lost”, Andersen, Oehlenschlager, Schiller, alles in gladde verstrant, waarin hij de buitenlanders geestelijk pasklaar maakte voor zijn landgenoten. Sedert de 80-er Beweging sterk verguisd en op geringer plaats teruggedrongen.

Lambert ten (1674-1731), Ned. (A’dam) taalgeleerde, pionier voor de vergelijkende studie van grammatische bouw der Germ. talen; schreef o.a. Gemeenschap tusschen de Gotische sprake en de Nederduitsche, en A anleiding tot de kennis van het verheven deel der Nëderduitsche sprake.

< >