(Lat. camelus), zoogdier behorende tot de Herkauwers*, bezit één of twee bulten op de rug waarin zich grote vetmassa als reservevoedsel bevindt. K. bewoont droge, warme streken, kan lang honger en dorst verdragen; leeft dan van het vet uit de bulten en het water, dat opgehoopt is in twee zakken, die in de pens uitmonden.
De éénbultige K. [dromedaris) komt voor in Afrika en Arabië; de tweebultige {gewone of bactrische K.) in Azië en Z.-Rusland. Gebruikt als rij- en lastdier (A\ 250 kg, Dr. 150 kg). Op 7e jaar volwassen, max. leeftijd 40 jaar. Het kemelshaar levert een lichte warme stof.
