(1619-1683), Frans econoom en staatsman. Werd onder Lodewijk XIV op betrekkelijk jeugdige leeftijd tot belangrijke staatsambten geroepen.
In 1661 hoofd der Financiën; later ook minister van Marine; bracht uitnemende hervormingen in het landsbestuur aan. Trad streng op tegen corruptie.Veel zorg besteedde hij aan de ontwikkeling der industrie, zowel door nauwkeurige reglementering als door beschermende invoerrechten (Mercantilisme*, naar hem ook wel Colbertisme geheten). Ook handel en verkeer hadden zijn aandacht: aanleg van het Kanaal van Languedoc, oprichting van een Oost- en een West-Indische Compagnie. Door het bouwen van een grote oorlogsvloot werd hij de grondlegger van de Franse zeemacht. Ook het Franse koloniale rijk heeft zijn ontstaan aan hem te danken. Bevorderaar van kunsten en wetenschappen en beschermer der Hugenoten. Door de zware belastingen maakte hij zich echter gehaat bij het volk, terwijl de landsinkomsten ten slotte toch nog onvoldoende bleken voor de enorme behoeften des konings.