De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Jachtrecht

betekenis & definitie

vroeger heerlijk recht om te jagen op eens anders grond en als zodanig erfelijk.

Sedert invoering van de Jachtwet 23 Juli 1923 (S. 331) zijn alle heerlijke en andere, zakelijke, op onroerend goed gevestigde jachtrechten opgeheven tegen een door het Rijk te betalen schadeloosstelling. J. heeft nu de eigenaar van de grond en iedere zakelijk of persoonlijk gerechtigde, tenware het J. was voorbehouden door de eigenaar. Ieder die jaagt moet voorzien zijn van een jachtacte en een schriftelijk bewijs van degene, die het J. op de betreffende grond heeft. Jaarlijks worden door de minister de tijden van opening en sluiting der jacht bepaald. Het jagen is altijd verboden op Zondag.

In België geldt de Jachtwet van 28 Febr. 1882, gewijzigd door die van 4 April 1900. Een Hogere Jachtraad, opgericht in 1910, adviseert de minister van Landbouw. Deze bepaalt jaarlijks de tijden van opening en sluiting der jacht. Jachtacte vereist. Het jagen is in ’t alg. verboden vóór zonsopgang en na zonsondergang.