afk. Ir., zilverwit, zeer hard, brokkelig metaal uit de achtste nevengroep van het periodiek systeem, verwant o.a. aan osmium en platina; soort, gew. 22,65; smeltpunt 2454 gr.
C.; kookpunt enorm hoog; at. gew. 193,1. De naam (regenboogkleurig) is ontleend aan de vele kleuren, waarin zijn verbindingen voorkomen. In de techniek maakt men gebruik van de grote hardheid van het metaal (punten van vulpennen).