(Lat. inflare, opblazen), ongebreidelde uitzetting der geldcirculatie. Hierdoor ontstaat onevenwichtige verhouding tussen de hoeveelheid geld en die der goederen.
De voornaamste oorzaak van I. ligt in te grote uitgaven der Overheid. De Regering neemt, ter financiering van de niet door belastingen of langlopende leningen gedekte uitgaven, credieten op bij de centrale bank, die daarvoor bankbiljetten uitgeeft. De gevolgen kunnen catastrophaal zijn: enorme stijging van prijzen, vlucht in de goederen.