of houtcellulose bestaat uit de door inwerking van chemicaliën op hout ontstane vezelachtige massa, hetgeen vnl. cellulose is, gemengd met de nog onvolledig weggewassen verontreinigingen, zoals lignine, gom, hars, vet en as. Het hout wordt in spanen gekapt en deze gaan via sorteermachines naar de kookketels, waarin met de chemicaliën het hout wordt verhit.
De gebezigde chemicaliën bepalen de naam van de H. (natron- of sodacelstof, sulfaat-celstoi, sulfiet-celstof). Het voornaamste gebruik van H. is voor de fabricage van papier. Viscose wordt uitsluitend uit H. vervaardigd en de fabricage van garens uit H. wordt steeds belangrijker.