volk in Z.-Afrika. Onvermengd komen zij nog voor in Namaland, ten N. van de Oranje-rivier.
Vroeger bewoonden zij een groot deel van Z.-Afrika. De raskenmerken zijn: geelbruine huid, gem. lengte 154 cm, plat gezicht, mongolenplooi, dorre sterk gerimpelde huid. Zij leven van veeteelt (runderen en schapen).