populaire (niet in wet genoemde) benaming voor misdrijven tegen de veiligheid van de Staat, met name tegen de inwendige veiligheid. Handelingen, die de Staat t.o.v. vreemde mogendheden in gevaar brengen, duidt men gemeenlijk aan als landverraad*.
In Ned. zijn als H. o. a. te beschouwen : het door geweld of bedreiging uiteenjagen van de regeringsraad (15 j.); het door geweld of bedreiging verhinderen van een lid van die raad, om de vergadering bij te wonen (6 j.). Samenspanning tot het hiervoor omschreven misdrijf of tot hoogverraderlijke aanslagen (5 j.).
In Blg. wordt gestraft met hechtenis 5-10 j. het lichten van krijgsbenden of het aanwerven van krijgslieden zonder machtiging der regering; evenzo het onwettig op zich nemen of behouden van commando over legerkorps, troep soldaten, oorlogsschip, stad. Wie zich aan het hoofd stelt van benden, om zich van ’s Lands penningen meester te maken, of aan de Staat toebehorende domeinen, steden, magazijnen, havens, schepen, enz. te overweldigen, wordt gestraft met buitengewone hechtenis; hebben de benden ten doel gemeenschapseigendommen te plunderen of te verdelen, dan dwangarbeid 15-20 j. (129). Het oprichten van benden als voornoemd, met dezelfde straffen gestraft. (130). Samenspanning tegen leven of persoon des Konings: dwangarbeid 15-20 j. of, als geen voorbereidingsdaad is gevolgd, dwangarbeid 10—15 ) (106); z ook aanslag.