(venia aetatis), gehele of gedeeltelijke opheffing van de toestand van minderjarigheid door brieven van meerderjarigverklaring vóór het bereiken der meerderjarigheid (21 jaar) en buiten het geval van huwelijk. In Blg. spreekt men van emancipatie - of ontvoogding.
Wettelijke E. grijpt van rechtswege plaats door huwelijk v. d. minderjarige (art. 476 B.W.), de vrijwillige E. ten gevolge van een plechtige verklaring opgetekend door de Vrederechter (artt. 477 en 478 B.W.). Door de H. wordt de minderjarige bevoegd om zijn persoon te besturen naar eigen goeddunken, buiten alle ouderlijke macht en voogdij om, en kan hij zelf zijn goederen besturen binnen de daden van louter beheer; voor de andere daden heeft hij de hulp van een curator nodig, door de familieraad benoemd.
