(1), voormalig Spaans koninkrijk, thans ingenomen door de provincies Granada, Malaga en Almeria. 28.821 km2;
(2) Spaanse prov., 12.529 km2, 806.000 inw. (1947). Gelegen in Z.-Spanje, aan de Middellandse Zee. Verbouw van zuidvruchten, suikerriet, wijndruiven. In het bergachtige binnenland (Siërra Nevada) fruit, graan, suikerbieten;
(3) hoofdstad van (2), aan de voet van de Siërra Nevada, aan de Genil en de Darro; 186.000 inw. (1947). Industrie (textiel, papier, suiker), vreemdelingenverkeer. De stad heeft zeer belangwekkende gebouwen: het beroemde Alhambra, het slot der Moorse koningen, het Generalife, Kathedraal (16e17e eeuw), e.a. Universiteitsstad. Aartsbisschopszetel;
(4) prov. van Nicaragua. 1152 km2, 50.000 inw., hoofdzakelijk indianen. Koffie, cacao, mals. Veeteelt. De gelijknamige hoofdstad telt ruim 35.000 inw.
