De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Geluidssterkte

betekenis & definitie

in de acoustiek (geluidsleer) heeft men als eenheid van geluidssterkte de phoon ingevoerd. Het io-voudige van de intensiteit van een geluidstrilling van 1000 Hertz, die nog net voor het menselijk gehoor waarneembaar is, heeft men als 10 phoon vastgelegd.

De gevoeligheid van het menselijk oor voor geluid neemt met de logarithme van de intensiteit van het geluid toe (Wet van Weber-Fechner). Het 100-voudige van bovenomschreven geluidstrilling legt men derhalve vast als 20 phoon, het 1000-voudige als 30 phoon, enz. In de Ver. Staten heeft men de eenheid van geluidssterkte vastgelegd op de bel terwijl men in de practijk een 10 maal grotere eenheid, de decibel gebruikt. Behoudens het nulpunt is de schaalverdeling gelijk en geldt: opgave in phoon = opgave in decibel -3,8. Voorb.: onderste gehoorgrens: 0 phoon; bladgeritsel 10 phoon; fluisteren 20 phoon; gedempt spreken 40 phoon; luid spreken 60 phoon; straatlawaai 70 phoon; schreeuwen 80 phoon; motorfiets 100 phoon; klinkhamer 110 phoon; vliegmachine op 4 meter afstand 120 phoon en ondraaglijk lawaai 130 phoon.

< >