De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Faillissement

betekenis & definitie

rechtsinstelling, dienende om, wanneer iemand zijn betalingen staakt, te zorgen, dat zijn crediteuren zoveel mogelijk voldoening krijgen. F. is te beschouwen als een algemene executie op het gehele vermogen van de schuldenaar.

In Ned. geregeld bij Faillissementswet van 30 Sept. 1893 (S. 140), in werking 1 Sept. 1896. Voordien bestond het F. alleen voor kooplieden. Voor niet-kooplieden bestond wel een soortgelijk instituut, staat van kennelijk onvermogen geheten. Thans echter kan een ieder failliet worden verklaard. Ieder, die ,,in de toestand verkeert, dat hij heeft opgehouden te betalen”, kan door de rechtbank worden failliet verklaard, op eigen aangifte, op verzoek van een of meer zijner schuldeisers of op vordering van het O.M. Is het F. uitgesproken, dan wordt het gepubliceerd in de Staatscourant.

Het F. maakt een eind aan alle reeds aangevangen doch nog niet voltooide executies. In ieder F. worden benoemd een rechter-commissaris, benevens een of meer curatoren, belast met het beheer van de failliete boedel. De failliet verliest het beheer over zijn goederen. Hij wordt niet onbekwaam om verbintemssen aan te gaan, maar gedurende het F. zijn deze niet verhaalbaar op zijn goederen. De schuldeisers moeten hun vorderingen indienen bij de curator. Op de verificatievergadering, waar alle schuldeisers aanwezig kunnen zijn, wordt beslist over de erkenning der vorderingen.

Op deze vergadering kan de schuldenaar een accoord aanbieden, waarbij hij hun voorstelt, met gedeeltelijke betaling genoegen te nemen en hem voor het gehele bedrag te kwiteren. Wordt dit aanvaard door de crediteuren en gehomologeerd (bekrachtigd) door de rechtbank, dan eindigt het F. Komt geen accoord tot stand, dan moeten de activa van de boedel te gelde worden gemaakt. Uit de opbrengst worden uitkeringen gedaan aan de crediteuren aan de hand van een uitdelingslijst. Zijn alle schulden ten volle voldaan, of is slotuitdelingslijst verbindend geworden, dan eindigt F. Zijn de activa dermate gering, dat afwikkeling van het F. de moeite niet loont, dan kan het F. worden opgeheven.

Na beëindiging van het F. anders dan door accoord kunnen de schuldeisers voor het resterende deel hunner vorderingen weer gewoon verhaal op de goederen van de schuldenaar zoeken.

In Blg. is F. geregeld bij wet van 1 April 1851. Alleen handelaar kan worden failliet verklaard. Voorwaarden: hij moet zijn betalingen hebben gestaakt en zijn crediet moet zijn geschokt. Het F. wordt uitgesproken door Rechtbank van Koophandel. Ook hier worden rechter-commissaris en curator aangesteld. Het F. kan eindigen door accoord, hier concordaat genoemd; anders wordt boedel vereffend.