(Douala),
(1) negervolk, aan de kust van Kameroen. Leven van jacht, hakbouw en handel met het binnenland;
(2) hoofdstad van Kameroen, aan de monding van de Kameroen-rivier. Ongeveer 18.000 inw. 85 % van de handel van Kameroen gaat over Doeala. Uitvoer van cacao, palmpitten, hout, koffie, palmolie, rubber, bananen.