(1467/8-1536), beroemd R'dams humanist, bezocht school der Br. des Gem. Levens te Deventer en 's-Hertogenbosch, studeerde te Parijs en Oxford, promov. te Turijn in theologie verbleef in Cambridge, woonde vier jaren in Leuven, vestigde zich te Bazel, later Freiburg i.
Br. E. stond met geleerdste mannen van zijn tijd in verbinding, droeg door zijn geschriften, waarin hij felle aanvallen deed op R.K. Kerk en daarin toen heersende misbruiken, veel tot veldwinnen der Hervorming bij, niet het minst door zijn Encomiuni moriae (Laus Stultitiae, Lof der Zotheid). Verder vestigde hij nieuwe (zgn. Erasmiaanse) uitspraak voor het Grieks, bewerkte verschillende klassieke schrijvers, vertaalde tekening van Dürer werken der Kerkvaders, gaf het N. Testament in het Grieks uit (met Lat. vertak en aan tek.), terwijl zijn Colloquia familiaria (samenspraken) en Adagia (kenspreuken) lang als schoolboeken dienst deden. Behalve het Encomium, heeft vooral zijn Enchiridion (handboek) veel tot zijn roem bijgedragen.