noemt men die vlinders die aan het uiteinde der sprieten een knopvormige verdikking hebben. Men onderscheidt Dikkopjes* (Hesperiidae) en de eigenlijke Dagvlinders (Papilionidae).
Deze laatste familie omvat veel tropische vlindersoorten. Men onderscheidt vijf onderfamilies.Witjes* (Pieridae) met circa 1000 soorten;
Papilioninae (vrb.; de Koninginnepage) met veel opvallende tropische vormen ± 600 soorten;
Blauwtjes* (Lycaeninae) ong. 3000 soorten;
Libythemae 1200 soorten (meeste in tropisch Amerika);
Nymphalinae waartoe behoren Zandogen*, Parelmoervlinders*, Schoenlappers* en o.m. de Z.-Amerikaanse Morphe, met schitterende blauwe vleugels (die vaak voor de versiering van allerlei voorwerpen gebruikt worden).