knolgewas afkomstig uit Klein-Azië en Perzië; fam. der Primulaceeën*. Alleenstaande bloemen op lange stengels, teruggeslagen kroonlippen.
In de bergen van Z.-Europa in het wild C. europaeum (Alpenviooltje*). Welriekend. In Griekenland en op Cyprus vindt men C. persicum, met grote witte of rode bloemen; welriekend. Deze soort wordt zeer veel gekweekt voor kamerplant (Aalsmeer), wit, rosé, rood, lila, gevlekt, soms met franjeachtige bloemkroonranden. In niet te warme kamer bloeit de plant lang. Water geven op een schoteltje (niet te koud, niet te veel).
Hangen de bladeren en stengels slap door te weinig water, direct lauw water laten opslorpen. Men kan de plant overhouden, ’s zomers buiten zetten, buiten de zon, vochtig. Dunne koemest geven bij het verpotten.