geschillen tussen rechter en administratie, over de vraag, tot wiens bevoegdheid een bepaalde zaak behoort. Volgens K.B. van 1822, ingetrokken in 1844, werden deze conflicten in Ned. door de koning beslist.
Volgens art. 163 lid 2 der Gw. zal een wet moeten regelen, op welke wijze deze geschillen beslist worden, maar die wet is er nog steeds niet. In de practijk maakt de rechterlijke macht thans zelf haar bevoegdheid uit.