De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Chili

betekenis & definitie

Staatsvorm: republiek.

President: Gabriel Gonzalez Videla (sedert 1946).

Oppervlakte: 741.767 km2.

Bevolking: 5.390.000 (1945).

Vlag: wit, rood (horizontaal) met in linkerbovenhoek blauw vierkant waarin witte, vijfpuntige ster.

Hoofdstad: Santiago (952.000 inw. in 1944).

Munteenheid: peso

Godsdienst: Rooms Katholiek.

Staat langs W.kust van Z.-Amerika, 741.767 km2. Smal en bergachtig, 4300 km lang, 110-400 km breed; ⅓ van het land wordt ingenomen door het Andesgebergte. Het heeft veel te lijden van aardbevingen, vooral in het N. Belangrijkste steden: de hoofdstad Santiago (952.000 inw.); Valparaiso, de belangrijkste haven (210.000 inw.); Concepción; Viïia del Mar (66.000 inw.); Talca (51.000 inw.). Taal: Spaans; godsdienst: R.K. De R.K. kerk was tot 1925 staatskerk.

Het percentage analfabeten bedroeg in 1943, 24. Er is schoolplicht van 7-15 jaar. De wetgevende macht berust bij het Nationale Congres, bestaande uit een Senaat van 45 en een Kamer van Afgevaardigden van 147 leden, resp. om de 8 en de 4 jaar gekozen. De president wordt voor 6 jaren gekozen en wordt bijgestaan door een Kabinet; algemeen kiesrecht voor mannen boven 21 jaar. Bases van de economie van het land zijn de mineralen in het N., waar o.a. het enige natuurlijke nitraat in de wereld (Chilisalpeter) voorkomt. Daar vandaan komt ook 60 % van de wereldproductie van iodine als bijproduct van de nitraatwinning.

In grote hoeveelheid wordt er ook koper, ijzer, steenkool gevonden, verder zilver, kwik, mangaan, goud, kobalt ten, molybdenum. Sinds Dec. 1945 petroleumwinning op Vuurland. Landbouw hoofdzakelijk in de centr. vallei. Voornaamste producten: tarwe, aardappelen, haver, gerst, maïs, bonen, fruit, wijn. Meest grootgrondbezit. Verder veeteelt.

Uitvoer van wol en huiden, 70 % van de uitvoer bestaat uit koper, nitraat en iodine. De industrie is weinig ontwikkeld, meest van goedkope verbruiksgoederen. Andere bestaansmiddelen: houtwinning, visserij (waarbij walvisvangst).

Geschiedenis. Ch. werd oorspronkelijk bewoond door de Atacama-Indianen en de Araucanen. De Spanjaard Diego de Almagro drong in 1535 het rijk binnen. De Araucanen bleven eeuwenlang voor hun onafhankelijkheid strijden. De immigranten vermengden zich sterk met de inheemse bevolking. De Spanjaarden vormden een kaste in de vooral agrarische maatschappij.

In de opstand van 1810-T8 wisten de Chilenen onder leiding van Bernardo O’Higgins de onafhankelijkheid van de Spaanse onderkoning van Peru af te dwingen. 1829-'33 strijd tussen Liberalen en militairen; met de grondwet van Portales (1833) kwam hieraan een einde. 1837-’39 oorlog met Peru en Bolivia. 1841-’61 periode van snelle vooruitgang, o.a. door de ontginning van koper- en zilvermijnen; spoorweg van Santiago naar Valparaiso. In 1849 bezette C. Vuurland. 1879-'83 strijd met Peru en Bolivia om de gebieden met guano en chilisalpeter (Pacific-oorlog). Bolivia moet kustgebied afstaan, Peru de provincies Tarapaca,

Arica en Tacna (1929 terug aan Peru). Na een zeer bloedige revolutie onder Jorge Montt kwam met de dood van president Balmaceda (1885-’91) een einde aan de oligarchie; C. kreeg een democratisch-parlementair bestuur. Ca 1900 verbond C. zich met Argentinië en Brazilië (ABC-staten). In W.O. I bleef C. neutraal. De sociale wanverhoudingen, die sedert toenamen, waren oorzaak van veel onrust.

Sociale wetten werden door staatsgrepen van het parlement afgedwongen. 1925 nieuwe grondwet, waardoor gezag van de president versterkt werd. Sedert het uitbreken van de economische crisis (1929) verloor C. de politieke stabiliteit geheel. W.O. II verzwaarde de economische moeilijkheden en dwong het land tot samenwerking met de V.S., hoewel het eerst in 1943 met de As-mogendheden brak. In Jan. 1948 maakte C. aanspraak op gebieden aan de Zuidpool, waarvan Engeland de soevereiniteit had geproclameerd.

< >