landstreek in het N.O. deel van Spanje, aan Pyreneeën en Middellandse Zee. Omvat de provincies Lerida, Gerona, Barcelona en Tarragona. 32.000 km2, 3.000.000 inw.
Bergachtig: Catalonisch kustgebergte. Kust 400 km lang. Rivieren: Ebro, Segre, Ter, Lobregat. Middellandse Zee-klimaat (regen). Bosrijk. Grond weinig vruchtbaar; door bevloeiing toch bloeiende landbouw (tarwe, maïs), voorts wijn, olijfolie, zuidvruchten, groenten.
C. belangrijkste industrieland van Spanje: textiel-, metaal-, papier-, kurkfabrieken, enz. Voornaamste steden: Barcelona, Tarragona, Lerida. Eigen taal: Catalaans, met belangrijke letterkunde. In Oudheid Romeinse prov. (Hispania Tarraconensis). 778 door Karel de Grote veroverd (deel van Spaanse mark). 1137 met Aragon verenigd. 1469 met Castilië ingelijfd in de Spaanse monarchie.
