De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Cassatie

betekenis & definitie

(1), rechtsmiddel strekkende tot vernietiging van rechterlijke handelingen (vonnissen, arresten, beschikkingen), waartegen geen hoger beroep of verzet meer openstaat. Wordt in Ned. ingesteld bij Hoge Raad.

Arresten van deze Raad zelf zijn niet aan C. onderworpen. Het middel bestaat zowel in burg. als in strafzaken en is gebaseerd op art. 172 Gw. C. kan plaats vinden wegens verzuim van vormen, verkeerde toepassing of schending der wet of overschrijding van rechtsmacht (99 R.O.). Wet moet in ruime zin worden opgevat: ook algemene maatregelen van bestuur, gemeente- en provinciale verordeningen, enz. vallen er onder. In burg. zaken ook nog C. van arrest of vonnis, in hoogste aanleg gewezen, mogelijk, indien het strijdig is met ander in hoogste aanleg gewezen vonnis tussen dezelfde partijen en op dezelfde gronden. (Rv. 427) De H.R. onderzoekt de feiten niet, maar toetst het bestreden vonnis slechts aan de wettelijke bepalingen. In sommige gevallen zal H.R. na vernietiging van het vonnis, de zaak terugwijzen naar de rechter, die het vonnis had gewezen of verwijzen naar een andere rechter, in andere gevallen zal de H.R. zelf definitief recht doen, doch alleen, als dit mogelijk is, zonder feitelijk onderzoek.

In burg. zaken stelt partij, die zich door beslissing bezwaard voelt, beroep in C. in, binnen 3 mnd. In strafzaken kan zowel O.M. als verdachte in C. gaan. Termijn: 8 dagen. In C.-procedure vervult het O.M. bij de H.R. niet de rol van vervolgend orgaan: zowel in burg. als in strafzaken neemt het mondeling of schriftelijk conclusie, d.w.z. dat het een advies aan de Raad uitbrengt. Ook in strafzaken wordt het geacht, onpartijdig te zijn; de verdachte mist dan ook het recht van het laatste woord. Naast C. op verzoek van partijen bestaat C. in het belang der wet, ingesteld door P.-G. bij H.R., als voor partijen geen gewoon rechtsmiddel meer openstaat.

Deze C. kan geen nadeel toebrengen aan de rechten, welke partijen verkregen hebben door het eventueel vernietigde vonnis. Het belang er van is, dat in volgende gevallen de rechters rekening kunnen houden met de beslissing van de H.R. In militair strafproces bestaat geen beroep in C. In bijzondere rechtspleging wordt tegen sententies van bijz. gerechtshoven C. aangetekend bij Bijzondere Raad van Cassatie. De verdachte kan dit evenwel slechts doen, als hij is veroordeeld tot doodstraf of tot gevang, van 6 jaar of meer, of wel het recht van C. hem door het Hof uitdrukkelijk is toegekend. Behalve op bovengenoemde gronden van 99 R.O. kan C. hier ook worden ingesteld op grond, dat opgelegde straf te zwaar of te licht is.

In België kan in burg. en strafzaken beroep in C. (ook wel verbreking geheten) worden ingesteld bij Hof van C. wegens overtreding der wet of verzuim van vormen (art. 95 der grondwet). Termijn in burg. zaken 3 mnd., in strafzaken 10 dagen. Wordt vonnis vernietigd, dan wijst Hof van C. de zaak terug naar een Hof of een rechtbank. Beslist deze instantie weer gelijk de vorige, dan zal Hof van C. haar beslissing opnieuw vernietigen en de zaak naar een derde rechtscollege verwijzen, om uitspraak te doen in de zin, door dit Hof vastgelegd;(2) Ontslag uit de militaire dienst. Werd tijdens Republiek der Verenigde Nederlanden wel gebruikt in zin van afdanking van krijgsvolk. In Crimineel Wetboek voor het Krijgsvolk te Lande van 1815 was C. straf voor officieren. Onderscheiden in:

1. eenvoudige C.;
2. C. met inhabiliteit (ontzetting uit bevoegdheid militaire functies te bekleden);
3. C. met verklaring van te zijn eerloos.

In 1879 gewijzigd: sindsdien slechts C. met of zonder ontzetting uit bevoegdheid bij gewapende macht te dienen. Huidige Wetboek van M.S. kent de C. niet meer, maar slechts ontslag uit de dienst, met of zonder ontzetting, welke straf zowel aan officieren als aan onderofficieren en minderen kan worden opgelegd.

< >