I, hertog van Polen (reg. 1034-1058), geb. 1016, door adel verdreven 1037. Keerde twee jaar later terug.
II, de Rechtvaardige, groothertog van Polen (reg. 1178-1194), geb. 1138. Gaf in 1180 belangrijke kroonrechten aan de geestelijkheid prijs.
III, de Grote, koning van Polen (reg. 1333-1370), geb. 1309. Gaf Poolse aanspraken op Pommerellen en Kulmerland aan de Duitse Orde prijs (1343), stond in 1335 Silezië aan Bohemen af, maar veroverde in het O. Wolhynië en in het Z. Galicië met Lemberg; verleende Polen eerste wetboek. Stichtte in 1364 universiteit te Krakau.
Met hem is geslacht der Piasten uitgestorven. Opvolger was zijn neef Lodewijk de Grote van Hongarije.
