Hierin onderscheidt men vier graden:
1e graads verbranding: De huid is rood, warm en licht gezwollen
2e graads verbranding: De opperhuid wordt in blaren opgelicht. De inhoud van de blaren is dus vloeibaar.
3e graads verbranding: De huid en onderliggende laag zijn geheel aangetast.
4e graads verbranding: De huid is verkoold en ziet zwart
Bij uitgebreide verbrandingen lijdt de algemene toestand van de patiënt ten zeerste.
Behandeling:
1. Is de huid rood, maar zijn er nog geen blaren gevormd, giet dan overvloedig koud water over het getroffen lichaamsdeel;
2. Blaren mogen nooit opengeknipt worden;
3. Zijn er wonden, bedek deze dan met een los aangelegd snelverband;
4. Zijn de verbrandingen uitgebreid, zorg er dan voor, dat de patiënt zo spoedig mogelijk in een ziekenhuis wordt opgenomen. Laat de patiënt veel drinken en geef hem warme kruiken.