volgens Ned. W.v.K. (art. 696) ,,alle buitengewone onkosten ten dienste van schip en/of goederen gemaakt” en ,,alle schade, die aan schip en goederen óverkomt” op de reis.
Te onderscheiden; particuliere A. en A.-grosse. De eerste komt ten laste van het schip of van het goed, dat schade geleden heeft of waarvoor onkosten zijn gemaakt; de tweede wordt omgeslagen over schip, vracht en lading. Beginsel der A.grosse komt voor in het recht van vrijwel alle beschaafde zeevarende naties. Desbetreffende bepalingen van W.v.K. in practijk vervangen door York and Antwerp Rules 1924, opgesteld door belanghebbenden, waarnaar in de vervoerscontracten wordt verwezen. De Rules omschrijven A.-grosse als „buitengewone opoffering of uitgave, opzettelijk en redelijkerwijze gedaan ter gemene beveiliging van de zaken, bij een zeereis betrokken”.
