de O. der drie landtongen van het Chalkidisch schiereiland in het N. der Egeïsche Zee, uitlopend in de berg A. (1935 m). Reeds sinds ge eeuw vermaard als monnikenrepubliek, met 20 Gr.-Kath. kloosters en 12 van deze afhankelijke dorpen.
Ongeveer 4500 monniken; strenge leefwijze. Geen vrouw mag hun gebied betreden. De kloosters bevatten vele Byzantijnse kunstschatten en kostbare handschriften. Sinds 1913 onafhankelijke, kerkelijke republiek.