De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Assyrië

betekenis & definitie

stamland der oude Assyriërs, hoogvlakte ten O. van de Midden-Tigris. Ca 165.000 km2 groot.

Doorstroomd door Tigris en de zijriv. de Bovenen de Beneden-Zäb. Oudste bewoners behoorden tot het Soebarese ras. Dank zij de in 1932 opgegraven koningslijst van Chorsabad zijn thans alle 116 koningen, die over Assyrië geregeerd hebben, en hun regeringsduur bekend. In oudste periode, ca 2000 v.C., werd A. geregeerd door stadsvorsten, afhankelijk van het N. Sumer, rijk met de hoofdstad Ur. Poezoer-Asjoer maakte zich kort vóór 1900 v.C. onafhankelijk; Assyrië werd belangrijk handelscentrum.

De eigenlijke grondlegger van het Assyr. koningschap wordt dan de Amoriet Sjamsji-Adad II (1729-1697 v.C.). In 17e eeuw door Hammoerabi van Babylon (1728-1686 v.C.) onderworpen. Na duistere periode wordt Assuruballit, 1363-1328, de grote wetgever, de tweede grondlegger van de staat. Luidt tijdperk van expansie in, door Adadnirari I (13051274) en Salmanassar II (1273-1244) voortgezet; Babyl. wordt 1227 ingenomen. Stamvader van een nieuwe dynastie is waarschijnlijk Ninoerta-apalekoer I (1191-1179). Tiglat-pilezer I (1112-1074), de „Napoleon” van Assyrië, breidt zijn gebied geweldig uit: hij heerste van Middell.

Zee tot Perzische Golf Na weinig bekend tijdperk (1100-900) weer een veroveraar van grote allure, Assurnasirpal II (883— 859), die de Assyriers de roep van een afschuwelijk wreed volk bezorgd heeft. Salmanassar III (858824) moet zich te weer stellen tegen het rijk Haldia of Urartoe. Interne moeilijkheden weten SamsiAdad V en diens weduwe Sammuramat (de „Semiramis” der Grieken) te boven te komen. Adadnirari III (805-782) boekte successen tegen Damascus; Salmanassar IV (781-772) en Assur-dam III (771-754) verweren zich moeizaam tegen opdringende Haldiërs. Dan volgt de geweldige Tiglat-pileser III (Poeloe of Pul), 745-727, een der geniaalste vorsten der geschiedenis, de grondlegger van het Assyr. imperialisme en stichter van een wereldrijk: in 735 Haldië onderworpen, 732 Damascus verwoest, 729 Babylonië veroverd. Zijn zoon Salmanassar V sterft kinderloos in 722.

Met Sargon II (722-705) komt een gunsteling van de Babyl. priesterschap op de troon. Sanherib (705-681) wil de Assurdienst in de plaats stellen van de Mardoekreligie en verwoest Babylon (689), het centrum dier religie. Esarhaddon (680669) herstelt priestermacht en verovert Egypte (672). Onder Assurbanipal (668-626), de Sardanapalus der Grieken, beleeft Assyrië zijn hoogste bloei. De strijd met zijn broeder, de priesterkoning van Babylon, verzwakt het rijk echter dermate, dat na zijn dood snelle val volgt: het rijk bezwijkt onder de aanval der verenigde Meden en Chaldeeërs; Assur (616) en Niniveh (612) totaal vernietigd.

< >