naam voor verschillende toestellen en machines, die in het laboratorium voor het zuigen of afzuigen gebruikt worden; toestel dienend om lucht of een ander gas door of over een andere stof te zuigen. In de techniek noemt men voorts een aspirator een toestel, dat in grote pelmolens en meelfabrieken gebruikt wordt om zeer lichte korrels, zemelen, stroresten en gedeeltelijk ook stof van de goede graankorrels te scheiden.
Ook noemt men A.-en werktuigen, bestemd om stof en afval, bv. van houtbewerkingsmachines, te verwijderen en te vervoeren. Zij worden gedreven door exhaustoren en ventilatoren en bestaan uit een hoofdkanaal, een zgn. verzamelkanaal met zijleidingen, welke naar de verschillende zuigplaatsen in de onmiddellijke nabijheid der machines voeren. Voor de stofafscheiding in de zuigleidingen dient o.a. de zgn. Bethfilter, bestaande uit een kast, verdeeld in afdelingen, die filtreerbuizen bevatten.