gedeelte of wapen van het leger, dat belast is met zorg voor en bediening van geschut. Taak van het geschut te velde is tegenstander tijdelijk te verlammen
en weg voor de infanterie vrij te maken. Men onderscheidt veld-, berg-, kust-, luchtdoel-, anti-tank- en airborne-artillerie. De scheepsartillerie, aan boord der oorlogsschepen opgesteld, heeft kanons van kalibers variërend van 20 mm (anti-luchtdoelmitrailleurs) tot 40,6 cm. Het zware scheepsgeschut is opgesteld in drie- er vierlingtorens, vuren thans niet meer afzonderlijk maar zijn opgenomen in een systeem van centrale vuurleiding. Het richten van het geschut geschiedt tegenwoordig niet meer visueel, maar door middel van radarpeiling.