Opgericht bij wet van 27 Dec. 1822 (S. 59), moest voorzien in financiële tekorten van de Staat. Ging lening aan tegen 4½ pct, waarop men kon storten met uitgestelde schuld.
Het werd echter misbruikt, om de Regering ongecontroleerd beschikking over grote sommen te geven. Bij wet van 27 Dec. 1840 (S. 77) werd het opgeheven.