De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Albanië

betekenis & definitie

Staatsvorm: republiek

Hfd v. d. regering: Enver Hodxa (sedert 1944)

Oppervlakte: 43.622 km2

Bevolking: 1.120.522 (1946)

Vlag: rood, met zwarte, tweekoppige adelaar

Koopvaardijvlag: rood, zwart, rood (horizontaal)

Hoofdstad: Tirana (31.000 inw. in 1930)

Munteenheid: Albanese franc

Godsdienst: Mohammedaans 69 %, Grieks orthodox 21 %, Rooms Katholiek 10 %

staat op het Balkanschiereiland, aan de Adriat. en Ionische Zee, 43.662 km2. A. bestaat grotendeels uit hoge, evenwijdige woudrijke bergketens. Tussen gebergten komvormige hoogvlakten. De rivieren: Drin, Bojana, Vojussa vormen geen goede verkeerswegen. Klimaat is, behalve aan de moerassige lagunenkust, uitstekend. De Albanezen (Alban.: Skipetaren, Turks: Arnauten, ca 1.100.000) stammen af van Illyr. oerbevolking; meest herders, in het N.

Kath., in het Z. Mohammed. Hfdst. Tirana. In Oudheid maakte A. deel uit van het Rom. rijk, na 395 van het O. Rom. rijk.

In 14e eeuw tijd. overheerst door de Serven; in 15e eeuw heldhaftig verzet onder George Kastriota (Skanderbeg) tegen de Turken. Van 1478-1912 Turks, 1913-T4 vorstendom (prins Wilh. v. Wied), 1915-18 oorlogstoneel, 1925-'28 rep., 1928-’39 koninkrijk (Zogoe), 1939-1943 door It., 1943-’45 door Duitsl. bezet. 11 Jan. 1946 opnieuw rep., sterk commun. getint.

< >